Bij sommige auto's moet het oliepeilen gebeuren met een koude motor. Bij ander auto's met een motor die op bedrijfstemperatuur is. Zoek in het instructieboekje van je auto welke van de twee voor jouw auto geldt. Controleer dan of de auto op een vlakke ondergrond staat (anders heb je kans de je een niet een goede uitlezing van de oliepeilstok hebt) en als laatste de motorkap openen om de oliepeilstok te zoeken.
Let op: de volgende foto's zijn niet van de Seat lesauto. Maakt ook niet uit want ook bij de Seat lesauto is de oliepeilstok voorzien van een gekleurde ring. Het principe van oliepeilen is verder ook voor elke auto hetzelfde.

In de meeste auto's heeft de oliepeilstok een een ring of een dop met een opvallende kleur. Meestal is dit geel, rood of oranje. De oliepeilstok zit in een lange dunne buis die eindigt in het carterpan. In het carterpan ligt de olie opgeslagen. Daarom wordt het ook wel de oliepan genoemd.

Houd een oude maar schone doek of een paar stukken keukenpapier klaar als je de oliepeilstok eruithaalt. Gebruik deze om de olie die van de peilstok afdruppelt op te vangen en de peilstok schoon te maken.

Zorg er voor dat de peilstok compleet olievrij is...

...en doe de peilstok terug in de dunne buis. Duw de peilstok door tot de aanslag, dus tot het punt dat ie niet verder kan.

Haal de peilstok er meteen weer uit om een goede uitlezing van de hoeveelheid olie te krijgen. Op de afbeelding zit het niveau duidelijk op het minimum. Zit het niveau halverwege of verder naar het maximum, dan hoeft er niet direct bijgevuld te worden.
In het geval van het niveau op de afbeelding moet er dus zeker bijgevuld worden. Zoek wederom in het instructieboekje op hoeveel er bijgevuld moet worden. Meestal is dit maximaal 1 liter. Zorg er in ieder geval voor dat je niet teveel olie bijvuld, want dat kan voor net zoveel schade aan de motor zorgen als rijden met te weinig olie.

Zoek nu de olievuldop. Deze zit meestal bovenop de motor en is voorzien van het bekende Draai de dop los en leg deze weg op een zichtbare plek en zorg dat je een trechter voor handen hebt.

Om er voor te zorgen dat je de juiste olie toevoegt check ook nu weer eerst het instructieboekje. Het is niet verstandig om de verschillende soorten olie door elkaar te gooien. Elke olie heeft namelijk verschillende kenmerken. Wanneer je dan verschillende soorten olie gaat mengen vervallen deze kenmerken. En dit kan uiteindelijk leiden tot prestatieverlies van de motor of zelfs motorschade. Kom je er met het instructieboekje niet uit welke olie je nodig hebt, dan hebben ze bij een auto-onderdelenzaak vaak aan het type en bouwjaar of aan het kenteken van je auto genoeg om je van de juiste olie te voorzien. Giet de olie er overigens niet in 1 keer in maar doe het beetje bij beetje om de olie de tijd te geven naar beneden te zakken.

Wacht even een paar minuten tot de olie naar beneden is gezakt in het carterpan en herhaal dan stap 1 t/m 6 om het niveau nog een keer te controleren. Vergeet NIET om de olievuldop weer terug te plaatsen.